Laatst zat ik met een huisgenoot te bomen over ‘de vrouw’. En we
vonden beiden: mannen en vrouwen zijn niet gelijk.
Of mag ik dat niet zeggen? Nou, ik zeg het toch. Want het is zo. Dat
ziet iedereen. Mannen zijn doorgaans technischer, directer, onthouden het merk
en type auto (niet alleen de kleur). Vrouwen begrijpen
doorgaans emoties beter, zijn minder agressief, onthouden alleen de kleur van een auto
(niet het merk en type). Om nog maar wat te noemen.
Mannen en vrouwen hebben hun eigen sterke en zwakke kanten. En
daar is niets mee. Want we zijn dan wel niet gelijk. We zijn wel gelijkwaardig!
Ondanks dat heb ik het idee dat de vrouw per se steeds hetzelfde moet
kunnen als mannen, waarbij men voorbij gaat aan het feit dat ze niet hetzelfde is. Ik word gewoon een beetje moe
van de boodschap dat wat een man kan, een vrouw ook moet kunnen. Deze houding
riekt naar een dieper gelegen onzekerheid bij vrouwen die het bevochten patriarchisme
eerder in stand houdt. Want wanneer je als
een man moet zijn, dan ben je als vrouw blijkbaar niet goed genoeg?
Neem bijvoorbeeld dat vrouwenquotum waar ik over blogte. Misschien
willen de meeste vrouwen gewoon niet in de top van het bedrijfsleven. Waarom dat
met alle macht afdwingen?
En dat credo dat vrouwen móeten werken? Misschien willen de meeste
vrouwen liever part-timen om meer tijd te hebben voor hun gezin?
We zouden juist onze vrouwelijkheid én de verschillen mogen
vieren. Dat we elkaar er mee mogen
aanvullen. Is dat een idee?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten